Balkan
Dag 24 en 25. Korčula.
Ik verlaat Split via de grootste Cruise terminal die ik ooit heb gezien en kom aan in het stadje Vela Luka. De volgende dag fiets ik naar het vestingstadje Korčula, dat prachtig is, evenals het gelijknamige eiland zelf, met aardig wat klimmen tot zo’n 300 meter.
Korčula
26 en 27. Van Mljet naar Dubrovnik.
Die ochtend maak ik een val, gelukkig de enige keer deze reis en sinds lang geleden, afgezien van een paar dagen geleden, die meer in de categorie alternatief afstappen hoorde. Ik viel toen stil van vermoeidheid na een belachelijk steil klimmetje en kantelde naar links. Toen ik schuin genoeg was zette ik mijn hand op de grond en liet me iets verder zakken, totdat de fiets op de banaantas steunde en mijn linkerbeen nog vrij was en ik verder af kon stappen. Deze keer rijd ik, net uit mijn hotel, zonder dat ik nog koffie op heb, een zeer steil bruggetje op dat ik wel moet kunnen hebben denk ik. Helaas niet en bij het stilvallen krijg ik niet mijn been snel genoeg op de grond en val om met kleine schrammetjes op knie en elleboog tot gevolg. Ik duw mijn fiets verder over de brug en rijd verder naar de haven.
Gisteren begon met een eilandhop naar Mljet. Ook een zeer mooi bebost eiland met zeer veel steile klimmetjes. Je vraagt je af wie er voor zijn plezier met volle bepakking met temperaturen boven de 30 graden in de hete zon allerlei klimmetjes van boven de 10 % doet. Vervolgens met de boot naar het vasteland, waar plots een donkere lucht hing, begeleid door harde windvlagen. Hier vervolgde de route naar Mali Ston, waar de “Europese Chinese muur” staat. Alsof deze al niet spectaculair genoeg was werd het tafereel opgeluisterd met grote bliksemschichten en enorme knallen. Ik voelde al grote regendruppels en om de te verwachten stortbui voor te zijn zette ik het op een sprinten naar het eerste het beste afdakje. Daar aangekomen bleek dit het bijbehorend museum te zijn. Een ruimte van nog geen 4 bij 4 met een bank, een scherm, wat zoutzakjes en foto’s.
Tijdens de bui keek ik naar de video. De muur was ter bescherming van de zoutopslag, het witte goud in die tijd, er werden oorlogen om gevochten. In de baai was een Solarium, de oudste van Europa, om het zeewater te verdampen en zo 35 gram zout per liter over te houden. Van Solarium komt het woord sale ( zout ) en daarvan weer salaris. Ik kon wel wat elektrolyten gebruiken na al dat gezweet in de bergen en gelukkig stond er toevallig een wagon met een paar kuub, van hoge kwaliteit met veel kalium en magnesium en het smaakte goed. Na deze leerzame ervaring fietste ik over nog nadampende wegen langs de Mali Ston baai, een Natura 2000 gebied met veel zeldzame soorten. Ondertussen was het al tegen de avond en de kustweg leek relatief rustig, met slechts af en toe een sliert gemotoriseerde ellende. De kustweg was onwaarschijnlijk mooi in het avondlicht en de heiigheid van de bui ervoor. Er viel niet meer tegenop te fotograferen. Op een broodje kaas en met Dubrovnik in zicht ging ik opeens als een speer en kwam ik tegen de schemer aan. De Tui boot uit Split lag er ook ( of hebben ze er meerdere ). Voor een zacht prijsje regelde ik een appartement net tegen de binnenkant van het hoogste deel van de oude stadsmuur, met een balkon met uitzicht over het gehele oude Dubrovnik en de zee. Ik at nog een pizza en laafde mij nog wat aan de lokale gistcultuur. Vandaag was een rustdag en bestond uit wat struinen over de muur, door de stad en het bezoeken van enkele musea.
Voor het wandelingetje over de muur moet overigens wel € 30 euro worden neergelegd. Ik loop de kant op waar het het minst druk is tegen de klok in. Het blijkt naderhand dat ik tegen de stroom inloop wat op zich wel makkelijker is voor het passeren van de groepstoeristen. Halverwege de muur zit nog een loket waar de bediende zegt: “Je loopt de verkeerde kant op … ach loop ook maar door”. Nog iets verder op een smal stuk snauwt een vrouw in zeurderig Amerikaans dat ik de verkeerde kant op loop. Ik antwoord snedig met: “I’m allowed to walk this direction”. Ik zie haar denken wat ze daarop moet zeggen en dat ze daar niet uit komt. Wat is het fijn om tegen de stroom in te gaan en er soepel mee weg te komen.
Aan het einde van de tocht is een maritiem geschiedkundig museum. Voor het museum zelf kan geen kaartje worden gekocht alleen een kaart van € 20 die voor alle musea’s in Dubrovnik geldig is. Voor waar voor mijn geld moet ik nu dus ook naar andere musea. Ik bezoek het museum met religieuze kunst, eentje met moderne kunst, het Natural History museum en het Rector’s Palace, waar ook een afdeling is die de gevolgen van de Joegoslavische oorlog laat zien. In 1991 is Dubrovnik zwaar gebombardeerd.
Naast het balkon van mijn appartement zit nog een balkon dat gebruikt wordt door de vrouw die in het appartement onder mij verblijft. Ik raak in gesprek bij het langslopen. Ze blijkt Nederlands en een “goede” advocaat die werkt in de sociale advocatuur. Ze is in Dubrovnik vanwege een 2 weekse conventie Victimology, over mensen die slachtoffer worden van het rechtssysteem, en dat zijn er heel veel. In de avond maak ik nog een rondje door de stad, eet wat vers spul uit de zee en zit nog wat na met de leuke geëngageerde buurvrouw.
De lokale alcohorots
De “Europese Chinese Muur”
Solaria
Mali Ston baai
De kust
Dubrovnik
Dag 28. Naar Montenegro
Slalommend tussen de slagbomen en achterlangs de douanier laverend terwijl hij met een automobilist bezig was lukte het me bijna om ongemerkt de EU uit te sneaken, maar hij zag mij nog net en ik moest toch mijn paspoort tonen. Aan de Montenegrijnse kant was de douanebeambte in slaap gevallen en ik maakte hem soort van wakker. Met halfopen, tollende ogen keek hij in mijn paspoort en hij klikte wat op een toetsenbord, waarna ik hem alweer verder weg zag zakken. Geef mij ook zo’n baan.
Het eerste stuk van Montenegro was een paradijselijk stukje aarde, verpest door projectontwikkelaars en massatoerisme, met een lange lint lelijke sfeerloze nieuwbouw en horeca.
Verder landinwaarts in de Risanski baai was het een stuk beter. De campings waren vol en ik boekte ergens een kamer voor een zacht prijsje. Helaas bleek echter mijn internetlimiet van 60 euro al overschreden door een paar minuten Google maps en Booking gebruik. Ik moest overschakelen op mijn andere simkaart om de boeking af te maken met nog meer kosten dus de KPN verdiende verreweg het meest aan de boeking. Dat wordt voorlopig dus weer old scool wifi netwerken gebruiken.
De gastheer bood me meteen bij binnenkomst een glas goede Grappa aan. Zijn moeder nam iedere ochtend een glas Grappa met een suikerklontje en ze was 98 geworden. Ik kreeg de duurdere kamer met uitzicht op de baai voor de prijs van de goedkopere kamer. Hij vertelde uitgebreid over het land en de reismogelijkheden en gaf me een tip voor een restaurant. Bill Gates had er gegeten dus het moest wel goed zijn. Ik nam er een gnocchi met zeevruchten en deze was inderdaad zeer verfijnd.
Naderhand bleek het mogelijk om een bundel van 20 GB voor 20 euro bij de KPN te kopen. Waarom ze dat niet meteen doen en je eerst belachelijke prijzen laten betalen terwijl ze het dus veel goedkoper aan kunnen bieden lijkt me een cynisch verdienmodel ten koste van argeloze reizigers.
Een laatste blik op Dubrovnik
De grens naar Montenegro.
Daar stond de mamil dan, met zen fietsie, moederziel alleen buiten de EU poorten.
De Risanski baai
Geef een reactie