Balkan


Dag 29 en 30. Naar de Tara Bridge

De gastheer raadt de route die ik wil nemen de bergen in af en geeft een alternatief. Achteraf had ik denk ik niet naar hem moeten luisteren want waarschijnlijk bekeek hij het uit automobilistenperspectief. Het zou volgens hem ook niet druk zijn om zondag maar dat valt tegen, het eerste stuk is onprettig druk. Daarna kom ik op mijn oorspronkelijke route en wordt het beter. Uiteindelijk kom ik op in onbruik geraakte maar goed fietsbare spectaculaire weggetjes door de bergen terecht. Er zijn hier veel vogels en overal klinkt hun gezang. De eerste dag kom ik uiteindelijk uit in Nikšić waar ik via straathandel een appartement regel. De volgende dag vervolg ik mijn weg naar de Tara Bridge.

Ik ben nog nooit zoveel betoeterd, beknipperd, bezwaaid, begroet en gefilmd als in Montenegro. Zelfs de honden renden hele stukken enthousiast met me mee. Ik waande me een celebrity. Over superrustige weggetjes ben ik langzaam omhoog gekabbeld, en na een afdaling van een paar honderd meter reed ik over de Tara brug over het Tara canyon, de grootste en diepste spleet in Europa.

Het is altijd interessant hoe verschillend er gereageerd wordt op ligfietsen per land. Zoals hier heb ik nog nooit meegemaakt. Er waren zelf tegemoetkomende automobilisten die midden op de weg stopten om te gaan filmen. Ik boek een spotgoedkoop kamer in een guesthouse vlak na de Tara bridge. Het is wel wat primitief en er is geen warm water maar het is wel schoon. Eten is er ook niet dus ik eet wat van mijn proviand. Het landschap is er spectaculair. Het doet me denken aan Nieuw Zeeland, waar ik ooit een fietstocht maakte.

De Risanski baai


Dag 31 en 32. Naar Servië.


De volgende ochtend word ik door de gastvrouw getrakteerd op de smerigste ( Turkse ) koffie die ik ooit geproefd heb. Als ze even weg is verdwijnt deze in de gootsteen. Daarna vervolg ik mijn tocht naar Servië.

Daarna ging het weer omhoog en was ik even in de wolken en toen belande ik in Servië, over een grensovergang met kuilen en plassen. Halverwege stonden in onbruik geraakte grensposten, alsof de grens hier ooit een paar honderd meter is opgeschoven. De douane was zeer vriendelijk. Net over de grens rende een losgeslagen paard met ketting en pin achter zich aanklingelend recht op me af. Wat geruststellend toespreken kalmeerde hem enigszins, waarna ik mij snel uit de wielen maakte, naar een hotel in the middle of nowhere.

Als ik mijn fiets daar neerzet verzamelt zich er een groepje Serviërs omheen en na het inchecken geef ik antwoord op de vragen. Ik neem een maaltijd in het restaurant. Hier wordt binnen nog gerookt. Het menu is in het Servisch en ik neem het maal dat mij geadviseerd wordt. De smaak is erg lekker alleen is het vlees heel erg vet. Dit moet ik zuur bekopen die nacht. Ik word na een paar uur wakker met mijn maaginhoud tot in mijn keel en moet die nacht een paar keer een tijd rechtop gaan zitten om het te laten zakken.
De volgende dag rijd ik tot het plaatsje Ivanjica. Het huisje dat ik boek blijkt door de eigenaar in authentiek Servische bouwstijl gebouwd te zijn. Bij aankomst krijg ik een rondleiding over zijn terrein, waar veel interessante bouwsels en curiosa staan, zoals een oude koets die hij gerestaureerd heeft. Hij geeft een rondleiding in het het huis je en maakt de houtkachel aan. Dan trekt hij een fles zelfgestookte Slivovitz open en we proosten op een goed verblijf. Hij heeft nog meer stooksels staan en zegt drink maar wat je kunt en als hij weg is eet ik mijn avondmaal, bestaande uit een zak chips en mijn overgebleven proviand, gevolgd door het vluchtige degustatiemenu van de gastheer.

Servisch huisje met all you can drink arrangement


Dag 33 en 34. Naar Belgrado.

Inmiddels heb ik het massief tussen Montenegro en Servië bedwongen. Op een regenachtige pas gisteren heb ik enkele moordaanslagen van vrachtwagen en Audi bestuurders overleefd. En vandaag was er ook een stukje bijna-doodervarings route in een afdaling. Gelukkig is er meestal wel iets van een halve meter berm om te schuilen. Verder reed ik over superstille landweggetjes. Zowel op de “hoogvlaktes” als op het inmiddels lagere gedeelte is veel supersteil klimwerk, tot zo’n 15 %. En hoewel ik routeplanner op “verhard” had gezet waren er toch nog een aantal onverharde stukken, die, al kuilslingerend, redelijk te doen waren.
Vandaag sprak ik een wielrenner, een zeldzaamheid hier, maar hij zei dat de populariteit van het fietsen hier toenam, een goede zaak. Ook was hij zeer geïnteresseerd in mijn fiets en we werden Strava vrienden. Verder werd ik bergop, waar ze me bij kunnen houden, weer vaak begeleid door blaffende honden, eentje probeerde zelfs mijn fiets om te duwen. Ook insecten tieren hier welig.
Ik ben gestopt in Savinac, waar ik een appartementencomplex met grote patio en basketbalveld heb afgehuurd. Ik kreeg bij aankomst een lauwe Heineken en ik werd meteen misselijk. Blijkbaar kan mijn lichaam na alle inspanningen geen rommel meer verdragen. Na een lokaal biertje in het plaatselijke, gezellige restaurant met zeer goed eten ging het meteen weer beter. De rest van het sfeervolle dorp bestaat uit een paar huizen, een kruidenier en een kerkje, en Jupiter was er zeer aanwezig.

De pas over Nova Varos was redelijk verschrikkelijk. Ik had een andere pas kunnen nemen maar die ging 10 kilometer lang 10 % omhoog waar ik op dat moment geen zin in had, maar wat achteraf misschien een rustiger en betere keuze was geweest. Het regende hard en auto’s en vrachtwagens scheurden vlak langs door plassen, waardoor ik de volle laag kreeg. Ze hielden niet in, ook niet als er tegenliggers aankwamen en het krap werd. Tegenliggers haalden in zonder zich iets van me aan te trekken. Ik reed zoveel mogelijk tegen de berm en moest goed opletten omdat hier veel keien op de weg lagen. Dit was met stip het ellendigste stukje uit deze reis en van vele andere reizen ook. Maar what doesn’t kill you makes you stronger zeggen ze.

Twee keer werd ik aangehouden door de politie. De eerste keer door een agente die zei dat het te gevaarlijk was en ik dacht eerst dat het over mijn fiets ging, maar ze liet daarna ook automobilisten stoppen en er bleek verderop de weg een opstopping oid te zijn. De tweede keer ging het wel om mijn fiets. De agent die me had laten stoppen keek er enkele seconden naar en toen mocht ik weer doorrijden. Verder zag ik veel veel blikken van mensen die iets zien wat ze nog nooit gezien hebben.

De honden lopen hier dus allemaal los en ze zijn superirritant. Op stukken waar je moet klimmen lopen ze vaak honderden meters achter je aan te blaffen.


Bijna geen kip op de weg hier

Dag 35 t/ 37. Rustdag en verder naar Belgrado.

De volgende ochtend in Savinac voel ik mij redelijk moe en is mijn hartslag wat verhoogd naar 60 rpm in rust, maar het voelt vooral of hij “zwaar” klopt. Omdat het nogal een belangrijk orgaan schijnt te zijn besluit ik een rustdag te nemen en het appartementencomplex nog een dag af te huren. De volgende dag voel ik mij als herboren maar als ik ga fietsen speelt mijn maag op en daarna voel ik mij grieperig en futloos. Gelukkig zijn er, behalve één die eindigt bij een kerkhof boven op een heuvel , weinig steile klimmetjes meer en peddel ik, op een dieet van pure koolhydraten, over rustige landweggetjes, relaxt richting Belgrado.
Na 85 kilometer, zo’n 40 kilometer voor Belgrado is er langs de wegen een lintbebouwing van huisjes in een heuvelachtig landschap, het is steeds heuveltje op en af, gelukkig niet steil, maar er lijkt geen eind aan te komen, tot ik uiteindelijk in glijvlucht naar beneden ga en het wegdek zo goed is dat ik zelfs even de 70 km/u aantik. Daarna wordt het vlak en kom ik zowaar, sinds lange tijd, op een fietspad. Deze gaat door een groot park met veel fietsers, wandelaars en skaters, en uiteindelijk, langs de Donau, tot het centrum. Ik boek daar een hotel, eet bij een voortreffelijke Italiaan en drink nog een biertje in de KC Grad club.
Het is een lekker rauwe stad, met veel rafelranden, of misschien is het wel één grote rafelrand. Aan sommige gebouwen te zien zijn ze nog niet helemaal bekomen van toen we er wat bommen op hebben gegooid, of was het al zo ? Het doet me wat denken aan Berlijn 20 jaar geleden, maar dat schijnt tegenwoordig flink aangeharkt te zijn, dus wat mij betreft is dit het nieuwe Berlijn. De volgende dag struin ik wat door de stad, doe een middagdutje van 2 tot 5, struin wat meer, eet bij een Portugees en eindig met een ale in mijn favo club KC Grad, waar deze avond een schaaktoernooi is.

Portugees restaurant

Club KC Grad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *